Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·mond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havenmond havenmonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de havenmondm

  1. de opening van een haven; de gecombineerde in- en uitgang van een haven
     Het 85 meter lange schip was kort na vertrek van de kade in de problemen gekomen en aan de grond gelopen in de havenmond. Het scheepvaartverkeer werd daardoor gehinderd.[2]
     In het vissershaventje vlak buiten Mersin ligt een Syrisch bootje. Het is half gezonken, met lijnen hebben de vissers het vastgesjord aan de kade. "Hij kwam bij zeer slecht weer op de havenmond af, en is tegen de rotsen geklapt," vertelt visser Ahmad. "Ik heb zeker 200 mensen van boord zien gaan."[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Dronken kapitein blokkeert haven” (Zondag 27 maart 2016, 07:46), NOS
  3.   Weblink bron “'Er wordt gesleept met mensen, het is pure handel'” (Zaterdag 17 januari 2015, 14:28), NOS