Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·rin·kje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het harinkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haring

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be