hardsoldeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hard·sol·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hardsolderen |
hardsoldeerde
- enkelvoud verleden tijd van hardsolderen
- Ik hardsoldeerde.
- Jij hardsoldeerde.
- Hij, zij, het hardsoldeerde.
- Ik hardsoldeerde.