harde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- har·de
Bijvoeglijk naamwoord
harde
- verbogen vorm van de stellende trap van hard
- ▸ Het was de 18-jarige Goldie uit Oostenrijk, een energieke stuiterbal met een opvallend harde stem.[1]
- ▸ Maar om te zorgen dat de boog niet instortte in de harde wind moest je een vakwerk van hout en planken bouwen dat vanaf de bodem van het dal omhoogging — er waren enorme hoeveelheden hout nodig om de ondersteuning sterk genoeg te maken.[2]
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| harden |
harde
- aanvoegende wijs van harden
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Afrikaans
Bijvoeglijk naamwoord
harde
- attributieve vorm van hard
Noors
Woordafbreking
- har·de
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van hard
harde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van hard
Nynorsk
Woordafbreking
- har·de
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van hard
harde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van hard