handvaardigheidonderwijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·vaar·dig·heid·on·der·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handvaardigheidonderwijs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het handvaardigheidonderwijs o
- (onderwijs) het onderwijs in het schoolvak handvaardigheid.
Verwante begrippen
- aardrijkskundeonderwijs, biologieonderwijs, economieonderwijs, geschiedenisonderwijs, godsdienstonderwijs, informaticaonderwijs, muziekonderwijs, natuurkundeonderwijs, scheikundeonderwijs, sportonderwijs, techniekonderwijs, tekenonderwijs, wiskundeonderwijs
- handvaardigheidboek, handvaardigheidleraar, handvaardigheidlerares, handvaardigheidlokaal, handvaardigheidles
Gangbaarheid
- Het woord 'handvaardigheidonderwijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.