handgreep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·greep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en greep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handgreep | handgrepen |
verkleinwoord | handgreepje | handgreepjes |
Zelfstandig naamwoord
de handgreep m
- handvat, het deel van een voorwerp waarmee men het object kan verplaatsen, optillen of anderszins (met de hand) gebruiken of bedienen.
- Naargelang het voorwerp geeft men de handgreep soms een andere naam, die als synoniemen kunnen worden beschouwd
Gangbaarheid
- Het woord handgreep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handgreep" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be