handelscentrum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- han·dels·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van handel en centrum met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelscentrum | handelscentra handelscentrums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het handelscentrum o
- (economie) (handel) markt, beurs, handelsgebouw
- De beurs in Amsterdam maakt die stad tot een echt handelscentrum.
Gangbaarheid
- Het woord handelscentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.