handboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handboek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑndbuk / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɦɑnt.buk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑnt.buk/
Woordafbreking
- hand·boek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘leidraad’ voor het eerst aangetroffen in 1513 [1]
- samenstelling van hand en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handboek | handboeken |
verkleinwoord | handboekje | handboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het handboek o
- een boek waarin getracht wordt alle informatie die nuttig is voor een bepaalde bezigheid bijeen te brengen, een handleiding in boekvorm
- De smeltpunten van die verbindingen zullen wel in het handboek staan.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. een boek waarin getracht wordt alle informatie nuttig voor een bepaalde bezigheid bijeen te brengen
Gangbaarheid
- Het woord handboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handboek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "handboek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be