Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking

hals·lijn

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halslijn halslijnen
verkleinwoord halslijntje halslijntjes

Zelfstandig naamwoord

de halslijnv / m

  1. lijn die het beloop van de hals aangeeft.

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be