halfblind
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- half·blind
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | halfblind |
verbogen | halfblinde |
partitief | halfblinds |
Bijvoeglijk naamwoord
halfblind
- zeer slechtziend, bijna blind
- De halfblinde Bertram de Souza, verslaggever van The Vindicator, voorspelde, niet zonder ironie: 'Als je Trump door een nieuwe bril bekijkt, maakt hij een kans. Maar de meeste journalisten bekijken hem door de oude bril.'[2]
- Geertje en Trijnie kenden de halfblinde kaartjesverkoper van de boot. Nooit zouden ze misbruik maken van zijn handicap en stiekem langs hem glippen. Eerlijkheid betekende alles in hun gezin. Misbruik maken van weerloze mensen was een zonde.[3]
- "Die stille dode", zo werd de halfblinde Sedrig Verwoert (22) uit Amsterdam vroeger genoemd. Hij was verlegen, maar nu maakt hij als professioneel danser furore in New York. "Ik heb voor heel wat verbaasde gezichten gezorgd."[4]
- met één oog dat niet kon zien
- Precies op hetzelfde moment liep de haas tegen de kat op die halfblind was door het lapje voor haar oog. [5]
Gangbaarheid
- Het woord halfblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halfblind" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool H. Lips 12 september 2016 Droomland Amerika? Eerder 'De Amerikaanse Nachtmerrie'
- ↑ Het Parool H. Pen 3 mei 2016 Een offer zonder aarzeling
- ↑ Het Parool S. Huistinx 11 januari 2015 'Die stille dode'uit Amsterdam maakt het nu als danser in New York
- ↑ Vogelaar, J.F."Twee kinderverhalen" in: De Revisor. jrg. 13 nr. 4 (augustus 1986) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; p. 17; geraadpleegd 018-05-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be