Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·lers

Zelfstandig naamwoord

de halersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haler


Deens

Woordafbreking
  • ha·lers

Zelfstandig naamwoord

halers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van hale


Noors

Woordafbreking
  • ha·lers
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

halers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van hale