hakkelkees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hakkelkees (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑkəlˌkes / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hak·kel·kees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakkelkees | hakkelkezen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de hakkelkees m
- (pejoratief) (verouderd) spotnaam voor iemand die stottert
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'hakkelkees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Reinaert van Malpertuus in: De Nieuwe Gids., jrg. 54 nr. 6 (augustus 1940), Luctor et emergo, Den Haag, p. 138