Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·be·scher·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hakbeschermer hakbeschermers
verkleinwoord hakbeschermertje hakbeschermertjes

Zelfstandig naamwoord

de hakbeschermerm

  1. doppen die op het uiteinde van (naald)hakken gezet kunnen worden om de hakken maar ook de vloer waarop gelopen wordt te beschermen
    • Hakbeschermers voor naaldhakken worden ook wel dansdoppen genoemd. 

Gangbaarheid