haaroprichter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haaroprichter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈharoprɪxtər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- haar·op·rich·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar zn en oprichter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haaroprichter | haaroprichters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de haaroprichter m
- (anatomie) klein spiertje dat door samentrekking een haar recht overeind zet
- ▸ Er is een klein spiertje aan de basis van elk individueel haartje op je lichaam, de musculus arrector pili of iets makkelijker de haaroprichter.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'haaroprichter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ellen Provoost“Hoe het komt dat je kippenvel krijgt van een droevig liedje?” (8 juli 2016) op hln.be