Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haal adem
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ademhalen

haal adem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen
    • Ik haal adem. 
  2. gebiedende wijs van ademhalen
    • Haal adem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademhalen
    • Haal je adem? 


Gangbaarheid