Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

guédra

  1. (spreektaal) (proberen te) versieren, sjansen
    «Ma copine, j’ai pas eu à la guédra, c’était elle qui est venue me cueillir!»
    Ik heb mijn vriendin niet hoeven versieren, zij was het die me is komen halen! [1]

Verwijzingen