grootkanselier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groot·kan·se·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootkanselier | grootkanseliers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de grootkanselier m
- (beroep) functionaris van een overheid, orde of instelling
- ▸ De president heeft met de grootkanselier van het Légion d'honneur gesproken over het in gang zetten van de procedure om Weinstein zijn Franse ridderschap te ontnemen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord grootkanselier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Macron zet Harvey Weinstein uit het Légion d'honneur” (Zondag 15 oktober 2017, 22:05), NOS