Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·uit·gif·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gronduitgifte gronduitgiften
gronduitgiftes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gronduitgiftev

  1. (juridisch) verkopen of verpachten van grond die in eigendom is van de overheid
    • Na de gronduitgifte bezat de gemeente nog maar de helft van het industrieterrein. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid