Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondtal grondtallen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het grondtalo

  1. (wiskunde) het getal dat de grondslag van een talstelsel vormt
  2. (wiskunde) het getal waarop een berekening wordt toegepast b.v. in de machtsverheffing xy is x het grondtal.
    in de logaritme alog b is a het grondtal.
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid