Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·winst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepswinst groepswinsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepswinstv

  1. (sport) groepswinnaar worden in de groepsfase van een toernooi
     Nederland verzekerde zich later op de dag definitief van de groepswinst, door de 10-2 voorsprong tegen Groot-Brittannië in de laatste inning over de streep te trekken. Dat duel werd zaterdag vanwege invallende duisternis afgebroken.[1]
     Oranje is nu al geplaatst voor de halve finales, maar kan dinsdag de groepswinst veiligstellen tegen Schotland. Dan ontloopt het België, dat vrijwel zeker winnaar is van de andere poule. Spanje of Engeland wordt dan de tegenstander.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Honkballers na grote zege op Israël als groepswinnaar naar kwartfinales EK” (11-09-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Nederland wint van Duitsers, is halvefinalist en ontloopt waarschijnlijk België” (18-08-2019), NOS