groepspsychologie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·psy·cho·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepspsychologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de groepspsychologiev

  1. (psychologie) de studie van het (psychologisch) functioneren van een mens binnen een groep

Gangbaarheid