Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentekrans groentekransen
verkleinwoord groentekransje groentekransjes

Zelfstandig naamwoord

de groentekransm

  1. (kookkunst) een rondgaande versiering gemaakt van groentes
     Gegrilde groentenkrans: Ik vind haricots verts omwikkeld met spek heel lekker hoor, maar we zijn wel toe aan een iets minder cliché groenten bijgerecht met Kerst, toch? Hoe leuk is deze kerstkrans van gegrilde groenten als bijgerecht tijdens jouw kerstdiner?[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Gegrilde groentenkrans”, chickslovefood