Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te·ge·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentegerecht groentegerechten
verkleinwoord groentegerechtje groentegerechtjes

Zelfstandig naamwoord

het groentegerechto

  1. (kookkunst) op een bepaalde wijze bereidde groente als deel van een maaltijd
     Daarnaast is er volgens Haanschoten een groot aanbod aan kookboeken en recepten beschikbaar dat laat zien hoe makkelijk en snel je een lekker groentegerecht kan maken, waaronder de hele bloemkool uit de oven.[1]
     Peperonata, ken jij het al? Dit klassieke Italiaanse groentegerecht kan op tal van manieren geserveerd worden. Als bijgerecht bij vlees of vis, als antipasto, door de pasta of op een knapperige bruschetta. Wij serveren de peperonata bij een romige polenta met gegrilde biefstuk.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ellen den Hollander
    “Hierdoor is de bloemkool uit de oven ineens zo populair (ook bij vleeseters)” (30-01-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Wat Eten We Vandaag: Peperonata met gegrilde biefstuk en polenta” (25-07-2020), Tubantia