Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentaks groentaksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groentaksv / m

  1. de hoeveelheid belasting die men moet betalen voor het verrichten van handelingen die schadelijk zijn voor de leefomgeving


Gangbaarheid

Verwijzingen