Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei·ver·wach·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groeiverwachting groeiverwachtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groeiverwachtingv

  1. de toename van de economische groei zoals men denkt dat deze in de toekomst zal plaatsvinden
     Eurocommissaris Rehn heeft vandaag de groeiverwachting voor Europa verlaagd. Heel de Unie wordt getroffen door de crisis. Economieverslaggever Eva Wiessing duidt de situatie.[1]
     Europese Commissie stelt groeiverwachting bij[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Moeten we ons zorgen maken over de crisis?” (Donderdag 10 november 2011, 20:41), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Europese Commissie stelt groeiverwachting bij” (Donderdag 10 november 2011, 12:02), NOS