groeiverwachting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groei·ver·wach·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groei zn en verwachting zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groeiverwachting | groeiverwachtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de groeiverwachting v
- de toename van de economische groei zoals men denkt dat deze in de toekomst zal plaatsvinden
Gangbaarheid
- Het woord groeiverwachting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Moeten we ons zorgen maken over de crisis?” (Donderdag 10 november 2011, 20:41), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Europese Commissie stelt groeiverwachting bij” (Donderdag 10 november 2011, 12:02), NOS