grijze graszanger

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • grij·ze gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grijze graszanger grijze graszangers
verkleinwoord grijs graszangertje grijze graszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de grijze graszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola cinereolus   een vogel uit de familie Cisticolidae  , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in noordoostelijk Afrika en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie