Nederlands

 
50 grijstinten
Uitspraak
Woordafbreking
  • grijs·tint
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grijstint grijstinten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grijstintv / m

  1. één van de grijzen tussen wit en zwart in
    • Johnson weet zelfs wat grijstinten aan te brengen in de binaire oppositie tussen Goed en Kwaad, waar de films tot nu toe altijd om hebben gedraaid.[1] 
    • Hoe complex het ook is, het resultaat ziet er bedrieglijk overzichtelijk uit. Logisch, zoals een metrostation hoort te zijn. De dolende en zoekende passagier mag niet in verwarring raken. Dat ligt om te beginnen aan de grijstinten.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen