Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·sen

Zelfstandig naamwoord

de grassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gras

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be