Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gras·la·thy·rus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graslathyrus graslathyrussen
verkleinwoord graslathyrusje graslathyrusjes

Zelfstandig naamwoord

de graslathyrusm

  1. (bloemplanten) Lathyrus nissolia   een klimplant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae  ). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als zeldzaam en matig afgenomen. De graslathyrus komt wel vrij algemeen voor op de Zeeuwse dijken in Zuid-Beveland  . De plant wordt 10-90 cm hoog. De lijnvormige, enkelvoudige bladeren hebben geen ranken
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie