Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gras·land·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graslandgors graslandgorzen
verkleinwoord graslandgorsje graslandgorsjes

Zelfstandig naamwoord

de graslandgorsv / m

  1. (zangvogels) Ammodramus humeralis   een vogelsoort uit de familie emberizidae. Deze soort komt voor in heel Zuid-Amerika, met uitzondering van Ecuador, Chili en het uiterste zuiden. Ze leven in grasland en savanne. De soort telt vier ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie