goten
Niet te verwarren met: Goten |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- go·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gieten |
goten
- meervoud verleden tijd van gieten
- Wij goten.
- Jullie goten.
- Zij goten.
- Wij goten.
Zelfstandig naamwoord
de goten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord goot