golfclub
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- golf·club
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van golf en club
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | golfclub | golfclubs |
verkleinwoord | golfclubje | golfclubjes |
Zelfstandig naamwoord
- (maatschappij), (sport) vereniging voor het golfspel
- ▸ Een dorpse enclave op een kleine veertien vierkante kilometer in het hart van de stad Hempstead, compleet met drie golfclubs die allemaal hun best deden om de exclusiefste te zijn en daarmee ook meteen de meest geslotene waren.[1]
- (sport) speciale stok, gebruikt bij het golfspel om de bal mee weg te slaan
Hyperoniemen
- [1] club
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord golfclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "golfclub" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Harstad, Johan“Max, Mischa & het Tet offensief” (2018), Podium , ISBN 9789057599187, p. 135
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be