Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goe·de·ren·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goederenhotel goederenhotels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het goederenhotelo

  1. gebouw waarin particulieren een afgesloten opslagruimte kunnen huren

Gangbaarheid