goederenhandel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- goe·de·ren·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goederenhandel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de goederenhandel m
- (economie) inkoop, vervoer en verkoop van waren
- ▸ De EU is goed voor een kleine 20 procent van de goederenhandel tussen Wit-Rusland en het buitenland. Vorig jaar importeerde de EU voor zo'n 3,9 miljard euro uit Wit-Rusland en exporteerde voor zo'n 6,2 miljard.[2]
Gangbaarheid
- Het woord goederenhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “EU wil sancties, maar hoe groot is de handel met Wit-Rusland eigenlijk?” (Woensdag 26 mei 2021, 08:16), NOS