godsbesef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gods·be·sef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van god en besef met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsbesef | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het godsbesef o
- (religie) besef van het bestaan dan wel de aanwezigheid van een god
Gangbaarheid
- Het woord godsbesef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "godsbesef" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be