Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • god·de·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goddeloosheid goddeloosheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de goddeloosheidv

  1. gebrek aan eerbied of geloof in een godheid
Vertalingen

Gangbaarheid