glo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- glo
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van gewoon lager onderwijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glo | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het glo o
- (onderwijs) gewoon lager onderwijs (in Suriname)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord glo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
Uitspraak
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
glo |
geglo |
volledig |
Werkwoord
glo
Bijwoord
glo
- naar verluidt
- «Hulle gaan glo skei.»
- Zij gaan naar verluidt scheiden.
- «Hulle gaan glo skei.»