Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glas·ve·zel·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord glasvezelnet glasvezelnetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het glasvezelneto

  1. (informatica) netwerk van glasvezelverbindingen
     In Deurne knapten burgers zelf het verwaarloosde stationsterrein op en in Bergen leggen inwoners zélf een glasvezelnet voor breedband-internet aan, omdat het bedrijfsleven en de overheid dat niet doen. Ook dat is Nederland, het 'gewone' Nederland dat je in de media weinig ziet.[1]
     Ieder jaar groeide in Langedijke de ergernis over het trage internet. Er zou in dit dorp in het zuidoosten van Friesland geen glasvezelnet worden aangelegd en daarom doen particulieren en bedrijven het maar zelf.[2]



Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Het identiteitsdebat speelt nauwelijks buiten de Randstad'” (Dinsdag 20 maart 2018, 14:37), NOS
  2.   Weblink bron “Krijgen we geen glasvezel? Dan doen we het zelf wel” (Donderdag 4 juni 2015, 08:35), NOS