glasoppervlak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- glas·op·per·vlak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van glas zn en oppervlak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasoppervlak | glasoppervlakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het glasoppervlak o
- de buitenzijde van een glazen voorwerp
- ▸ Het meest recente onderzoek naar het soort glas dat in huizen zit, dateert volgens het CBS uit 2018. Daaruit blijkt dat 9 procent van het glasoppervlak van woningen nog uit enkel glas bestaat. Het gaat daarbij lang niet altijd om alle ramen van een huis, stelt het CBS. "Er zijn veel woningen met een deel enkel glas en een deel isolatieglas, en dat dan ook weer in allerlei verhoudingen: bijna volledig enkel, bijna volledige isolatie en alles ertussenin", aldus een woordvoerder.[1]
Gangbaarheid
- Het woord glasoppervlak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Heleen Ekker“Honderdduizenden huurders met enkel glas zitten klem door hoge gasprijs” (Woensdag 6 oktober 2021, 15:28), NOS