Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gin·gen te·niet
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tenietgaan

gingen (…) teniet

  1. meervoud verleden tijd van tenietgaan
    • Wij gingen teniet. 
    • Jullie gingen teniet. 
    • Zij gingen teniet. 

Gangbaarheid