Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ging vreemd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vreemdgaan

ging vreemd

  1. enkelvoud verleden tijd van vreemdgaan
    • Ik ging vreemd. 
    • Jij ging vreemd. 
    • Hij, zij, het ging vreemd. 


Gangbaarheid