Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

Woordafbreking
  • ge·zoomd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: zomen…
verbogen vorm: gezoomde

gezoomd

  1. voltooid deelwoord van zomen

Werkwoord

vervoeging van: zoomen…
verbogen vorm: gezoomde

gezoomd

  1. voltooid deelwoord van zoomen