Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsregel gezondheidsregels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsregelm

  1. (medisch) voorschrift dat men moet opvolgen als men gezond wil blijven

Gangbaarheid