gezondheidsbelang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zond·heids·be·lang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezondheid zn en belang zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidsbelang | gezondheidsbelangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gezondheidsbelang o
- (medisch) de waarde van een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid
- ▸ Wijdemans begrijpt dat er "iets" moet gebeuren vanwege de oplopende besmettingen. "Maar we hebben ons in de horeca over het algemeen goed aan de richtlijnen gehouden. Ook bleek telkens dat de stijging van de besmettingen voornamelijk uit huiselijke kring kwam. Daarom heb ik het gevoel dat de horeca wel weer heel zwaar gestraft wordt. Dat staat los van het gezondheidsbelang: er moet iets gebeuren, maar dit is voor veel bedrijven de nekslag, vrees ik."[1]
- ▸ De Depressievereniging, het Kenniscentrum en Plusminus zeggen dat de verhoging laat zien dat voor de farmaceutische industrie winstbejag voorop staat en niet het gezondheidsbelang van patiënten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gezondheidsbelang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Horeca-ondernemer: 'Dat ik mij ernstig zorgen maak, is een understatement'” (Maandag 28 september 2020, 18:00), NOS
- ↑ Weblink bron “Patiëntenverenigingen furieus na prijsverhoging depressie-medicijn” (Zondag 30 juni 2019, 18:34), NOS