gezetheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zet·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezetheid | gezetheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gezetheid v
- het hebben van overgewicht
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'gezetheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gezetheid" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be