gewone tabaksplant

Nederlands

 
Nicotiana tabacum uit Koehler (1887)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ge·wo·ne ta·baks·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone tabaksplant gewone tabaksplanten
verkleinwoord gewoon tabaksplantje gewone tabaksplantjes

Zelfstandig naamwoord

de gewone tabaksplantv / m

  1. (bloemplanten) Nicotiana tabacum   de eenjarige plant waarvan tabak gewonnen wordt. De tabaksteelt is een eenjarige teelt die op grote plantages plaatsvindt
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie