Nederlands

 
Gewone jaarvogel mannetje, de foto is genomen in Diergaarde Blijdorp
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ge·wo·ne jaar·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone jaarvogel gewone jaarvogels
verkleinwoord gewoon jaarvogeltje gewone jaarvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de gewone jaarvogelm

  1. (neushoornvogelachtigen) Rhyticeros undulatus   een neushoornvogel die voorkomt in een groot gebied dat reikt van India en Indochina tot in Indonesië
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie