gewag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·wag
Zelfstandig naamwoord
het gewag o
- in de uitdrukking gewag maken van: melding maken van, (ver)melden
- (zeemanstaal) de zeevogels
Gangbaarheid
- Het woord 'gewag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewag" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be