gevangenisbewaarder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·van·ge·nis·be·waar·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangenisbewaarder gevangenisbewaarders
verkleinwoord gevangenisbewaardertje gevangenisbewaardertjes

Zelfstandig naamwoord

de gevangenisbewaarderm

  1. iemand die zorgt dat gedetineerden niet kunnen ontsnappen, maar ook zorgdraagt voor de gevangenen, penitentiair inrichtingswerker
    • De gevangenisbewaarder heeft de sleutels van de cellen. 
    • De gevangenisbewaarder let op de gezondheid van de gevangenen. 
Synoniemen
  1. gevangenbewaarder

Gangbaarheid