gevaarlijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·vaar·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van gevaarlijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevaarlijkheid | gevaarlijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iets gevaarlijks
- de mate waarin iets gevaarlijk is
Synoniemen
- [2] gevaar
Gangbaarheid
- Het woord gevaarlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.